maandag, oktober 14, 2024

 

 

Publicaties

Deze artikelen zijn in verschillende kranten en bladen verschenen en andere bronnen met vermelding.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 26 april j.l. vond in het Geschiedenishuis aan de Middellaan een belangrijke overdracht plaats. Namens de heer Marijn W. Littooij uit Niemansdorp schonk de heer Berend Zewuster drie stuks ADO speelgoed aan het Zeister Historisch Genootschap. De Zeister ADO-deskundige Herman uit de Bosch was bij de overdracht aanwezig. De schenking bestaat uit drie voertuigen ; een bestelwagen met opschrift Melkhandel, een kraanwagen met draaibare kraan en hijswerk met opschrift Autosleper en een blokkenwagen in wybertvorm met blokken. De stukken zijn te dateren tussen 1939 en 1951.  Daarmee zijn  het de oudste stukken in de ADO collectie van het ZHG.

ADO houten speelgoed werd van 1922 tot 1933 gemaakt in de werkplaatsen van het Sanatorium voor tuberculoseleiders 'Berg en Bosch' in Apeldoorn. In 1933 verhuisde het sanatorium naar het centraler gelegen Bilthoven, waar de productie werd voortgezet tot 1962, grotendeels naar ontwerp van Ko Verzuu, de werkleider. Hij liet zich inspireren door ontwerpen van Gerrit Rietveld. Het hele ADO pakket met alle rechten en materialen werd in dat jaar overgenomen door de Stichting Sociale Werkvoorziening Zeist en omstreken, dat zich al vanaf 1954 bezig hield met houtbewerking. Aanvankelijk stonden de letters ADO voor Arbeid Door Onvolwaardigen, maar sinds 1962 betekent ADO: Apart Doelmatig en Onverwoestbaar. Na meer dan 80 jaar is in augustus 2006 de productie van het speelgoed beeindigd.  

Dat was reden om op 16 februari 2007 de collectie historisch ADO-speelgoed -vervaardigd in Zeist-aan het Zeister Historisch Genootschap over te dragen. De grootste ADO-collectie, die voor publiek toegankelijk is, wordt bewaard in het CODA - museum in Apeldoorn ( Zie ook http://www.coda-apeldoorn.nl/collecties/coda-museum/adospeelgoed)

Karen Veenland-Heineman

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De heren Zewuster (rechts) en uit de Bosch (links) in het Geschiedenishuis op 26 april 2013. Op tafel v.l.n.r. de autosleper, de blokkenwagen en de bestelwagen 'Melkhandel'  

 

 

 

 

 

                                                ----------------------------------

CODA museum, welke een groot deel van een ADO collectie gekocht hebben.

 aankoop te lezen via:  http://www.coda-apeldoorn.nl/collecties/coda-museum/ado-speelgoed

verzameling te zien via: http://www.collectiegelderland.nl/musea/codamuseum/collectie-collectie-ado

                                               ------------------------------------

Helaas is Ko Verzuu jr. op 5 september 2010 plotseling op zijn vakantieadres overleden. Ik heb met hem, vorig jaar, nog 5 replica's van de Posterijen auto gemaakt in zijn werkplaats. Een genot om met deze leermeester dit te mogen doen, ik zal deze ervaring dan altijd blijven herinneren.  Ko had ook een site waarop de replica's te zien zijn. http://www.ko-py-ado.nl 

                                                                                              ----------------------------------------------------------------------------------

Verzamelaar ontdekt ADO-speelgoed

door Bert Felix. vrijdag 03 oktober 2008 bron De Stentor

Auteur Herman uit de Bosch met een originele ADO-vrachtwagen van de posterijen. De Zeistenaar was productiemanager bij de Sociale Werkvoorziening Zeist, waar het speelgoed voor het laatst werd gemaakt.

Patiënten van het vroegere TBC-sanatorium Berg en Bosch maken speelgoed in de werkplaats van het sanatorium. Vooral het speelgoed uit de Apeldoornse periode, de beginperiode, is geld waard. Geneesheer-directeur Willem Bronkhorst noemde het speelgoed ADO. Aanvankelijk stond de afkorting voor Arbeid Door Onvolwaardigen, in 1962 werd dat omgedoopt tot Apart Doelmatig Onverwoestbaar. Elders in de werkplaats van het sanatorium werden houten speelgoedvrachtwagens gemaakt.

Zo'n 85 jaar geleden begon in Berg en Bosch de fabricage van speelgoed van ADO. Gemaakt door tbc-patiënten. Herman uit de Bosch schreef er een boek over. De oudste zijn de duurste. Liefhebbers van het houten ADO-speelgoed geven steeds hogere bedragen uit bij hun speurtocht op Marktplaats en e-Bay. Slechts elf jaar werd het speelgoed in Apeldoorn gemaakt, maar het waren wel de eerste, en dus is speelgoed uit die tijd het meeste waard. Dat constateert Herman uit de Bosch uit Zeist, schrijver van een boek over het roemruchte speelgoed dat ooit in de bossen van Berg en Bosch zijn oorsprong vond. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

,,Een stoeltje in de vorm en kleuren van een Rietveld-stoel, maar dan van vijf bij vijf centimeter. Ging weg voor 2200 euro. Een vrachtwagen van zestig centimeter werd een paar weken geleden voor 6000 euro gekocht. Er is een groeiende belangstelling, vooral op Marktplaats en e-Bay'', zegt Uit de Bosch. De belangstelling begon enkele jaren geleden, toen een houten auto van ADO in het televisieprogramma Tussen Kunst & Kitsch op enkele honderden euro's werd geschat. ,,Mensen gingen de zolder op om te kijken of ze nog wat van ADO hadden staan. Of ze moesten het huis van hun ouders opruimen en kwamen dan wat tegen. Laatst mailde me nog iemand. Hij had een autootje met een geschilderd embleem. Je kunt denken dat het nagemaakt is, maar het bleek een auto uit 1925 te zijn, de Apeldoornse periode. Die zijn meer aard dan het latere speelgoed.'' Uit de Bosch kwam met ADO in aanraking tijdens het derde hoofdstuk in de geschiedenis van het merk. Begonnen in de werkplaats van het Apeldoornse TBC-sanatorium Berg en Bosch, verhuisde de productie in 1933 met het sanatorium mee naar Bilthoven. In 1962 kwam het merk na de sluiting van de TBCkliniek in handen van de Sociale Werkplaats Zeist. Die maakte de voorraad speelgoed op, waarna de overstap volgde op het lucratievere meubilair en speeltoestellen voor peuterspeelzalen en kleuterscholen. Uit de Bosch werd er productiemanager. Maar zoals bij veel sociale werkplaatsen moest er ook bij SWZ meer efficiency komen. Gemakkelijke werkzaamheden, en geld verdienen, werd het devies. Het met veel handwerk gemaakte ADO-materiaal hoorde daar niet bij, waarop in 2006 het doek viel. Uit de Bosch, die de geschiedenis van ADO samen met Willem van den Broeke te boek stelde, heeft nog steeds contact met Ko Verzuu, zoon van Ko Verzuu, die vanaf het begin jarenlang ontwerper is geweest van ADO. Zijn broer Guus Verzuu heeft 550 verschillende ADO-producten in huis. En als er nieuwe opduiken, probeeert Ko een replica te maken. Helaas is Ko al enige jaren overleden.

Meer informatie is te vinden op www.adospeelgoed.eu .

 

De AVRO heeft in het programma KUNSTUUR,

op zaterdag 7 november op Ned.2 een onderdeel van ADO uitgezonden. Guus Verzuu werd thuis geinterviewd daar hij een groot deel van zijn ADO verzameling aan het CODA museum in Apeldoorn heeft verkocht. In het CODA museum was vast een klein gedeelte ingericht , want de gehele collectie verwacht het museum in 2011 te kunnen openen.

De uitzending was de moeite waard en was te volgen via:http://cultuurgids.avro.nl/front/detailkunstuur.html?item=42dl139682635cOe54907ffbb9bf1feb4b

  

Speelgoedmuseum Op Stelten

OP 12 juni 2010 is MUSEUM "OP STELTEN" WEER OPEN gegaan! KIJK OP DE LINK: www.speelgoedmuseum.nl voor verdere informatie.  

Eind 2007 is het Poppen en Speelgoedmuseum Tilburg gesloten. Heleen en Herman Beckers waren inmiddels 65+ en vonden het na zoveel jaren, mooi geweest. De inventaris is over gegaan in Speelgoedmuseum Op Stelten in Oosterhout. Ook het deel ADO zou volgens Heleen en Herman Beckers mee gaan. Wilt u alvast wat meer weten kijk dan op: www.speelgoedmuseum.nl ook bij kopje NIEUWS  Voor informatie en het boek, Made in Holland bestellen ga dan naar:www.poppenmuseum.nl

Dit boek heeft de titel,Nederlands Fabrikaat Speelgoed 1932-1970. Prachtig boek, rijk geillustreerd en ook ADO is daarin vertegenwoordigd. Hun dochter Ellen-Wien Augustein-Beckers heeft dit geschreven.  Ellen en Heleen en Herman en ik hebben elkaar een paar keer ontmoet daar ik hen voor het ADO deel van informatie heb mogen voorzien.

Sanatorium en TBC in Andere Tijden.

Ik was benaderd door de N.P.S. voor het programma Andere Tijden om informatie te verstrekken over TBC en Berg en Bosch, het TBC sanatorium.

De uitzending was op 20 mei 2010 op Nederland 2 om 21.25 uur. Het was een interview met twee patiënten en een verpleegster van Sonnevanck te Harderwijk. en twee oud patiënten  van Berg en Bosch te Bilthoven. Erg leuk bewegend beeldmateriaal had men gemonteerd.

zie ook : www.anderetijden.nl

Het ADO FOTOBOEK van de ADO bedrijven.

Na de ADO foto box nu het ADO foto boek. Opnieuw weer unieke foto's uit de verzameling van oud medewerker Piet Raven. Deze foto's zijn door dezelfde fotograaf uit Amsterdam gemaakt  als de fotobox van Berg en Bosch.

Deze foto's zijn te zien onder Berg en Bosch in beeld en dan de betreffende items. 

Metz & Co catalogus.

Metz & Co heeft, voor zover ik het weet, de catalogus 1927 - 1928  als eerste catalogus en geschenkenfoder uitgegeven.

Metz & Co en de Bijenkorf waren de enige zaken (in Amsterdam) die ADO speelgoed op de markt mochten brengen en verkopen. Het was tevens het hogere segment, ook al in die tijd. Ik heb zoveel mogelijk deze catalogus gescand om zo een goed beeld te schetsen vanuit die periode.  

 Catalogus te zien onder Catalogie   kopje Metz&CO

Mensen van Berg en Bosch. (zie ook Berg en Bosch)

Inmiddels weet ik , daar ik van Piet Raven, oud medewerker van Berg en Bosch het boek mensen van Berg en Bosch van fotograaf Martien Coppens te leen kreeg, dat dit boek speciaal gemaakt is voor de bewoners van Berg en Bosch. De foto's zijn te zien bij: Berg en Bosch in beeld.

Ik wil u de inleiding van de opvolger van prof.dr. Willem Bronkhrst, dr. J.J. Hirds niet onthouden. Deze is geschreven in 1950.

Dit boek is een gefotografeerd verhaal van Berg en Bosch en de mensen die daar leven en werken. Het is wat men zou kunnen noemen een beeldroman van een van Nederlands beste fotografen, Martien Coppens. Met een sterk gevoel voor expressie en voor hoofd en bijzaken heeft hij een harmonie van zwart - wit nuanceringen het leven van en op Berg en Bosch gevangen. De aandacht van Coppens is daarbij uiteraard uitgegaan naar die objecten, welke fotografisch interessant waren. Als kunstenaar met verantwoordelijkheidsgevoel heeft hij zich intens in zijn object ingeleefd en wel in de letterlijke zin van het woord. Van zeer nabij heeft hij langdurig en met aandacht het leven in Berg en Bosch zowel van de gezonden als de zieken gevolgd om zijn eigen verhaal te kunnen vertellen.

Het accent van dit verhaal is komen te liggen op de mens. Omgeving, gebouwen, apparatuur, installaties en techniek hebben voor hem slechts achtergrondwaarden gevormd, waartegen dit leven zich afspeelt. Dit is dus een bewuste beprking, die de kunstenaar in Coppens zich heeft opgelegd. Ons inziens terecht, want juist als ieder ander ziekenhuis heeft Berg en Bosch zijn keukens, wasserij, technische installaties, administratie, hoofd - en bijgebouwen en vele andere gelijksoortige bedrijfsaspecten .Voor de belangstellenden bevatten deze details veel interessants, doch het blijven details. Bovendien missen zij het eigen karakter in de zin van specifiek voor Berg en Bosch te zijn, want een keukeninstallatie bijvoorbeeld treft men overal waar mensen samenwonen en dus samen eten. Het leven van de mens in het ziekenhuis heeft echt iets aparts. Die mens boeit reeds in hoge mate en in oneindige reeks zijn emoties, die hij beleeft en welke zich in houding, gebaar en gelaatsexpressie weerspiegelen, vastgelegd. De emoties van de zieke mens, zowel van de acute als van de langdurige zieken, zijn echter nog anders, heviger,zowel in actieve als passieve zin. Het heeft veel tact van Coppens geëist deze emoties op een verantwoorde wijze in zijn beeld te vangen. Hij kreeg daarvoor toegang tot de intimiteit van de ziekenkamer en hij heeft er echt leed gezien. Zijn foto's zijn dan ook nergens brutaal, want zelfs de meest heftige beelden vormen een onderdeel van een verantwoorde reeks.

Voorlopig echter genoeg over de mensen en eerst iets over Berg en Bosch zelve. Berg en Bosch is als sanatorium gesticht in 1920. In de jaren van politieke onrust en economische ontwrichting welke op de eerste wereldoorlog volgden, ontwikkelde zich binnen de Katholieke Arbeidersgemeenschap een zeer belangrijk initiatief. Dit initiatief weerspiegelde de grote potentiële krachten welke in deze zichzelve bewust wordende werkers sluimerden. Talrijk waren de slachtoffers van de tuberculose onder deze arbeiders en hun gezinnen en practisch nihil de bestrijdingsmiddelen en behandelmogelijkheden. Daar moest en zou wat aan gedaan worden. Het typeerde de emancipatie, welke baan brak, dat de arbeiders het oog niet alleen gericht hadden op verbetering van hun sociale positie en hogere waardering van hun arbeid. Van meet af aan hebben zij hun taak en hun doel veel breder en verder gesteld. Ook op het terrein van de volksgezondheid wilden zij zelf doen en ook hier namen zij het initiatief in eigen handen. Dit initiatief is zeer vruchtbaar geweest en na een uiterst korte periode van voorbereiding kon Herwonnen Levenskracht, dochterinstelling van het toenmalige Katholieke Werklieden Verbond, thans Kartholieke Arbeiders Beweging genaamd, de poorten van haar eigen Sanatorium openen en tot opneming van de eerste  patiënten overgaan. Sedertdien is het Sanatorium Berg en Bosch gestaag gegroeid, in beddenaantal, in omvang, uitrusting, personeelsgetal en in betekenis.

Berg en Bosch is een begrip geworden, niet alleen in Nederland, maar ook ver daar buiten. Het was echter opgezet als noodsanatorium en opgetrokken in houten barakken, gelegen nabij Apeldoorn. Deze opzet moest op den duur belemmerend werken, want de voordelen van de mogelijkheid tot experiment, gelegen in de houtbouw, werden overschaduwd door de primitiviteit van de inrichting. Met enkele forse beslissingen werd daarom de bouw van een nieuw Sanatorium ingeleid, dat nu zou moeten liggen in het hart van Nederland en in de nabijheid van een medisch centrum. Bovendien zou het moeten verrijzen uit eigen middelen om baas te kunnen zijn in eigen huis. Uit duur geld bijeengebracht met stuivers en dubbeltjes, is het nieuwe Berg en Bosch er gekomen, onder de rook van het universitair centrum Utrecht.

De bouwstijl van het nieuwe Berg en Bosch is volkomen zonder prtenties en op de meest simpele wijze liggen de paviljoens en werkruimten in de bossen verspreid. Deze simpele bouwtrant is zo gewild. berg en Bosch, gebouwd door de arbeiders, moest voor de arbeiders zijn, oprecht en eenvoudig. Derhalve geen luxe in marmer en chroom, waarin zich onwennig zouden voelen, wel intiem en vol sfeer, deze sfeer is in hoge mate bereikt doot het samengaan van architectuur, welke in Berg en Bosch op een zeer harmonieuze wijze zijn samengevoegd.

De ontwerpers, Koldewey en Van Moorsel, hebben het Sanatorium doen verrijzen uit het oervaderlandse product van baksteen, hout en pannen. De muren zijn zelfs niet gevoegd en toch is het effect verbluffend. Door de architectonische eenvoud is het geheel ontdaan van elk modernistisch experiment of van het imposante, dat beklemt en bedrukt,wanneer men erin moet wonen. De bouw van Berg en Bosch doet milddatig aan: het gelijkt op een vriendelijk villadorp in een welverzorgd bospark, dat rust en vrede ademt.Alle patiëntenverblijven zijn hier zodanig geprojecteerd, dat iedere zieke vanuit zijn bed een zo breed mogelijke gezichtshoek heeft op het park, dat nooit meer dan een paar meter van hem verwijdert is. Hij woont midden in de natuur en leeft daardoor van nabij mee met de fauna en flora, met steeds weer varierende kleur en lichteffecten, met het lied van de vogels en het spel van de eekhoorn. De lucht is er soms tintelend koud, maar altijd puur. In zo'n omgeving is het behaaglijk te ontspannen naar lichaam en geest, waardoor de genezende krachten, die in de menselijke natuur schuilen, gemobiliseerd kunnen worden.

Naast deze Kunst, die Gods natuur zo rijkelijk schenkt, bezit Berg en Bosch vele kunstwerken, die door mensenhanden zijn vervaardigd. Prachtige gebrandschilderde ramen van Henri Jonas en A.C. Ninaber van Eyben sieren de kapel, hoofdgebouwen en bijgebouwen. Lode Sengers bracht wandschilderingen aan: kunstzinnige afbeeldingen van de barmhartigeSamaritaan, symbolische figuren en grappige tafereeltjes uit het sanatoriumleven van alle dag. Van Albert Termote is er St. Dominicus, uitgevoerd als een hoekbeeldin zandsteen die hoog aan de gevel van het klooster een wakend oog houdt op zijn volgelingen, die daar in en uitgaan, de zusters Dominicanessen. Mart Andriessen maakte een kunstwegstatie in laag-relief in de Kapel en in dezelfde uitvoering een zeer zinnebeeldige voorstelling van een bedroefd binnentredende zieke, ter linker zijde van de ingang van het hoofdgebouw. Rechts ontmoet hij, gesterkt en hersteld, zijn vrouw en kind weer, met op de achtergrond de zon, symbool van nieuwe kracht. In hoogreliëf van geglazuurd aardewerk is er een beeldengroep van Charles Vos, voorstellend Herwonnen Levenskracht. Verder van dezelfde kunstenaar op de Kinderafdeling een Madonnafiguur, die de kleuters onder haar mantel in beschermende hoede neemt. Met beelden van Piet Jungblut, die een fraaie Piëta en een spelende Genoveva in brons schiep en smeedwerk van Gerard Brom in de Kapel is deze opsomming nog geenszins compleet.

Natuurlijk wordt er naar gestreefd Berg en Bosch een efficiënt ziekenhuisbedrijf te laten zijn. Deze efficiëntie behoeft echter niet van glimmende steriele muren af te stralen, die in hun onpersoonlijkheid koud en kil aandoen. Doelmatigheid kan het best gepaard gaan met een verantwoorde toepassing van de kunst in haar verschillende uitingsvormen, waardoor het ziekenhuis een echt huis wordt.  Zelfs wanneer deze kunstuitingen, waaraan Berg en Bosch zo rijk is, niet altijd verstaan en gezien worden, oefenen zij toch hun effect uit. Zij geven een cachet waarvan de patiënten, de bezoekers en zij die er werken, de weldadige invloed ondergaan, een omgeving, die goed verzorgd is, roept gevoelens van rust en orde tevoorschijn. Het dagelijkse leven is vol van deze voorbeelden. In een kerk joelt men niet en in een huiskamer gooit men geen sigarenstompen op de grond.Op eenzelfde  wijze moeten stijl en sfeer van het ziekenhuis de patiënten noden tot adequate houding en gedrag. Dat verklaart de zorg waarmede Berg en Bosch zijn patiënten omgeeft. Deze patiënten komen van overal. de Friese boer ligt er naast de mijnwerker uit Limburg. De moeder van een groot gezin uit Twente naast een meisje van het atelier uit de grotestad. Zij zijn op elkaar aangewezen en zij helpen elkaar, want zij zijn één in hun ziekte, die soms lang duurt.

Zij vormen een gemeenschap waarin vriendschappen worden gesloten, die voor het leven duren. Zij delen als in een gezin elkaars zorgen en verdriet, maar zij hebben soms samen ook uitbundig plezier, want het leven gaat verder en vreugde is een levensuiting, die zich niet laat onderdrukken. Wek geeft hij de vrienden van Berg en Bosch, voor wie dit boek gemaakt werd, een kijkje in laboratoria en andere werkruimten. Ook zij, die daar werken, behoren tot de mensen van Berg en Bosch, tot deze gemeenschap van de zieken en gezonden. Zij doen hun werk met veel nauwkeurige oplettendheid, met cocentratie en vooral met veel liefde. Zij weten, dat van hun zorg en accuratesse zo bijzonder veel kan afhangen voor hen , die zich aan de behandeling hebben toevertrouwd, ook hier weer heeft Coppens iets van deze mensen verteld. Uiteraard is dit fragmentarisch, doch zijn foto'swaaraan alle pose vreemd is, geven wel een indruk van deze medische zorg.

Vanzelfsprekend vormt het medische element slechts een klein deel van hen, die verzorgen. Het zou echter te ver gevoerd hebben alle verzorgendetaken apart weer te geven. Coppens heeft hieruit een greep moeten doen en het is te verstaan, dat zijn keuze naar datgene, wat direct met Berg en Bosch als ziekenhuis verband hield, dat is de religieuse en leke verpleegster en haar beelden komen steeds terug. Is er een betere weergave van de taak van de verpleegsters dan in de srie foto's waar een patiënte geholpen wordt? Heel de houding, gebaar en gelaatsuitdrukking van de verpleegster verraden dat zij haar werk verstaat. Haar gedecideerdheid vormt een markant contrast met de passiviteit van de patiënt, die zich gelaten aan haar zorg overgeeft. het lijkt fors,maar het is de deskundig en liefdevol. Dat straalt van het gelaat van de patiënte, die zich na deze behandeling heerlijk verzorgd weet en in een serene rust kan wegmijmeren. In een Katholiek Sanatorium, want dit is Berg en Bosch, komt de Katholiciteit tot uiting door een verwevenheid van zielzorg met de gehele ziekeninrichting. Godsvrucht moet men niet demonstreren, want dan is zij niet echt.

De kapel staat echter niet voor niets in de hartlijn van het Sanatorium en een foto in ochtendnevelen toont ons de priester met Ons Heer, rondgaande van bed tot bed. Zo begint in Berg en Bosch de dag. Mannelijk is het gebed van de werkers, die na volbrachte dagtaak hun verdiende maal genoten hebben. Deze werkers zijn de patiënten van de nazorgkolonie,waar zij na hun klinische herstel gerevalideerd worden. Dit is de laatste fase van de medische behandeling, want deze behandeling is pas dan ten einde, wanneer ook de arbeidsgeschiktheid is teruggekeerd. Daarvoor moeten de spieren, die tijdens de ziekte zo lang ontspannen zijn geweest, weer geoefend worden: daarvoor moet ook de geest de last van de arbeid weer leren dragen. Prachtig speelgoed wordt er getimmerd, smaakvolle tapijten geweven en kunstig metaalwerk vervaardigd. En tenslotte is er feest, uitbundig feest op een eigen kermis. Men kan niet ieder dag werken, maar men kan ook niet iedere dag ziek zijn. eens per jaar worden daar, waar mogelijk, alle teugels gevierd. Dan zijn de bedden verlaten en de ligstoelen leeg. Dan leeft men zich uit in de schiettent, dan danst men bij een echt pierement. Anders zo nijvere technicie spelen nu voor pias bij het avontuurlijke rad en de pavilljoensknecht neemt de zorg over van de zuster en poetst als een vader het neusje van een kleine patiënt. Dan zijn wij allen één op de kermis, zonder zorgen ziekte, want hoe dan ook, het leven behoudt zijn glans.

Dr. J.J. Hirdes  (1950-1962

 

BOEK PRESENTATIE  85 jaar ADO speelgoed met een doel.

Op 22 mei 2008 heeft Herman uit de Bosch zijn boek, 85 jaar ADO speelgoed met een doel gepresenteerd. Samen met dr. Willem van den Broeke was het eerste boek, 80 jaar ADO geschreven. Herman vond dat, nu SWZ definitief stopt met de ADO productie, de geschiedenis van ADO afgesloten is. Vandaar dat Herman de laatste vijf jaar geschreven heeft om deze bijzonder waardevolle geschiedenis in dit nieuwe boek, te beschrijven en af te sluiten.

Er was echter geen uitgever te vinden voor dit project dus Herman heeft het boek en dvd in eigen beheer uitgegeven daar hij het zonde vond als deze historie ergens "op de plank" zou blijven liggen. Hij had hiervoor de rechten van SWZ gekocht zodat dit ook gewaarborgd is.

De presentatie vond plaats in het geschiedenishuis van het Zeister Historisch Genootschap aan de Middellaan te Zeist. Er was een kleine groep genodigden aanwezig waaronder de eerste directeur de heer C. van Nieuwenhoven met vrouw, die het eerste exemplaar van Herman in ontvangst mocht nemen. Er waren toespraken van Flora de Vrijer (voorzitster van Z.H.G.) en dr. Willem van den Broeke. Willem voelde zich zeer vereerd daar dit mede zijn eerste uitgave is welke een tweede druk kent.

Herman schonk het Z.H.G. 50 boeken zodat de Zeister historie door hen uitgedragen kan worden en bewaard blijft.

Er werd nog gezellig gepraat met de genodigden onder het genot van een hapje en een drankje.  

 (zie ook nieuw ADO boek.)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

Oud ADO geschonken door SWZ aan Zeister Historisch Genootschap. 

Toen de Sociale Werkvoorziening Zeist eind 2006 stopte met de productie van het ADO van 1962 tot 2006 heeft Herman uit de Bosch ervoor gezorgd dat de SWZ-ADO collectie geschonken werd aan het Zeister Historisch Genootschap. Dan wist hij zeker dat het bewaard werd voor het nageslacht. Helaas is er  af en toe één vitrine in het Gemeentehuis aan 't Rond in Zeist. Mocht het Zeister museum rond komen dan verwacht ik dat alle ADO producten in diverse vitrines te bezichtigen zijn.                             

De ondertekening van de schenkings overeenkomst door Flora de Vrijer (ZHG) en Jan van den Hooff (a.i. directeur SWZ)

Onderste foto: Links, Ko Verzuu,midden Jan van den Hooff en rechts Piet Raven. Ko en Piet zijn de twee ADO kenners en Ko de zoon van de ontwerper. (Ko Verzuu 22-03-1932 - 05-09-2010). 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 Aanwinst voor de ADO-collectie door Karen M. Veenland-Heineman.

Mevrouw  Deutekom-Houtstra had contact gezocht met Herman uit de Bosch. Haar vraag was waar zij de twee kandelaars zou kunnen deponeren om voor de toekomst te behouden. De heer uit de Bosch verwees haar door naar het Z.H.G. 

In de kerstdoos van de familie Houtstra en later de familie Deutekom werd ruim 70 jaar lang deze twee kandelaars zorgvuldig bewaard. Kandelaars met een verhaal.Zij zijn afkomstig van haar moeder Lise van Dam. Zij was bevriend met Ko Verzuu in de beginjaren dertig van de vorige eeuw. Ko Verzuu was werkleider in de ADO-werkplaats van het sanatorium Berg en Bosch in Bilthoven. 

Van de kandelaar is de basis een geel houten plaatje van 6,5 bij 6,5 cm  met zwarte randen. Hierop een rood blok (8x4, 2x4, 2 cm ) gemonteerd met een gele bovenzijde.Het blok is uitgehold voor de kaars en een klein beetje ingebrand. De andere kandelaar heeft een constructie van een staand, rood met witte randjes geschilderd, houten plaatje van 8 x 8 x 0,5 cm, dat haaks verbonden is met een latje van 6,5 x 2,5 cm (rood met witte randen, dat als voet van de kaarsenhouder fungeert. Een afgeplatte groene cilinder van 4,5 cm doorsnee is ingelaten in het latje en is tegen het plaatje geplakt.